Facility Management
Ik ben niet bepaald een studiebol. Ik moest altijd best veel moeite doen om goede cijfers te halen. Voorafgaand aan de eindexamens ging ik drie keer per week naar de huiswerkschool en ging ik naar extra examentrainingen. Desondanks vloog ik echt door mijn basis- en middelbareschooltijd heen. Ik was pas zestien toen ik de HAVO afrondde en zeventien toen ik ging studeren. Ik had toen ook nog geen idee wat ik wilde worden, en stiekem weet ik dat nu nog steeds niet. Dat ik niet in de zorg of techniek in wilde, wist ik daarentegen wel zeker. De bètavakken zijn niet mijn sterkste kant. Ik weet niet meer precies wie het was, maar iemand zei toen tegen me dat Facility Management echt een studie is voor als je niet weet wat je wil worden. Je leert daar namelijk van alles wat, waaronder financiën, rechten en HRM. Om die reden besloot ik om Facility Management te gaan studeren aan de Hanzehogeschool Groningen. Omdat ik nog zo jong was, bleef ik de eerste twee jaar gewoon bij mijn ouders wonen in Loppersum.
Op mezelf
Ik was negentien toen ik op mezelf ging wonen. Ik kwam toen terug van een half jaar stage lopen op Aruba en ik zag het toen niet meer zo zitten om terug te gaan naar mijn ouders, hoe lief ik ze ook vind. Je moet je dan weer voor alles gaan verantwoorden, afspreken hoe laat je thuis moet zijn en of je wel of niet mee eet. Daar had ik gewoon niet zo’n zin in. Ik ging dus op zoek naar een eigen plekje in de stad. De eerste periode woonde ik samen met twee meiden die een stuk ouder waren dan ik, maar na een tijdje ging één van hen weg. Ik leerde op Aruba een paar meiden kennen, wat nu ook mijn beste vriendinnen zijn, en één van hen was toen zoekende naar een woning in Groningen. Zij trok bij ons in, dus toen woonde ik samen met een van mijn beste vriendinnen en een andere huisgenoot. We hadden allemaal in onze kamer een eigen keukentje. Ik hield toen al van koken, dus dat was echt top, alleen stonken al m’n spullen wel naar eten. We woonden ook niet echt middenin het centrum, maar dat was toen met een studielening nog te betalen.
Ome Duo
Ome Duo was mijn beste vriend gedurende mijn studententijd. Ik had naast mijn studie een bijbaantje als serveerster, maar daar kon ik niet van rondkomen. Ik leende mijn vaste lasten, dus bijvoorbeeld de huur van mijn kamer, en het geld wat ik verdiende in de horeca gebruikte ik om van te leven en te sparen. Ik ben nu op m’n 25e nog steeds braaf iedere maand mijn studieschuld aan het afbetalen.
Omgekeerd ritme
Maar goed, ik werkte dus drie jaar lang in de horeca. Ik deed dit twee jaar lang naast mijn voltijd studie en tijdens mijn tussenjaar werkte ik eigenlijk iedere dag. Ik begon dan om vijf uur ‘s middags en eindigde mijn dienst rond één uur ‘s nachts. Daarna deden we altijd met collega’s nog een drankje tot een uur of drie. We gingen dan vaak nog van drie tot acht uur ‘s ochtends op stap, want voor de mensen die dat niet weten: in Groningen kent men geen eindtijd (tenzij er sprake is van coronamaatregelen natuurlijk). Ik sliep overdag, leefde ‘s nachts en daarna begon hetzelfde riedeltje weer opnieuw. Ik vond dat echt geweldig. Ik denk dat mijn lever het niet zo fijn vond, maar ik heb zo genoten van die tijd.
Stappen
Ik heb een flink aantal Groningse cafés, clubs en kroegen onveilig gemaakt, maar er waren er een paar waar ik steeds weer terugkwam. Ik ging vaak naar Wolters Wolthers, De Blauwe Engel, die kroeg bestaat nu niet meer, en Chupitos. Mijn broer werkte bij Chupitos, de shotjesbar, wat natuurlijk een enorme valkuil was. Ze kwamen steeds met nieuwe shotjes of mixjes en die mocht ik altijd met mijn vrienden komen proeven. Als skere student is dat natuurlijk fantastisch, maar je wist wel dat als je daar de avond doorbracht je de volgende dag boven de pot hing. Ik heb daar echt ontelbaar mooie avonden beleefd.
Weet je wat het is: ik houd gewoon van die stad. Ik raad het ook echt iedere student aan om in Groningen te gaan studeren, want in mijn beleving is het veruit de leukste studentenstad van het land. Het is daar gewoon een beetje ‘ons kent ons’, het voelt als een grote familie en niemand valt echt buiten de boot.
Tips
Ik was zeker geen voorbeeldige student, maar ik wil nieuwe/huidige studenten wel wat dingetjes meegeven.
- Ik denk dat het altijd verstandig is om een bijbaantje te hebben naast je studie en probeer, waar mogelijk, geld opzij te zetten. Al zet je maar twintig euro per jaar opzij, alle beetjes helpen. Tegenwoordig als je een huis wil kopen, moet je gewoon spaargeld hebben.
- Een tip die daar op aansluit, is: maak een spaarrekening aan op een andere rekening, desnoods bij een andere bank. Mijn valkuil was namelijk dat ik dan weer geld van mijn spaarrekening overmaakte naar mijn reguliere rekening. Als je een rekening bij een andere bank hebt, is dit veel moeilijker.
- Het is niet erg als je alles niet in één keer haalt en moeite hebt met sommige dingen. Ik heb uiteindelijk vijfeneenhalf jaar over mijn opleiding gedaan, waarvan vier jaar studie en anderhalf jaar scriptie. Ik heb er dus anderhalf jaar langer over gedaan dan “normaal”. Of dat ooit belemmerend is geweest? Zeker niet.
- Zorg dat je je studie afrondt, want het is zo zonde van je tijd en geld als je dat niet doet. Er zit vaak al zoveel bloed, zweet en tranen in je studieperiode, dus probeer het in ieder geval af te maken. Uiteindelijk leer je er altijd wel wat van.
